Video Player is loading.

zyt welkom.

right-wing extremist1
right-wing extremist1 - 129 Views
2
129 Views
Published on 17 Jul 2021 / In Film and Animation

Ftw

10. Pieter Florisse – 9 prenten

dadenroem.

Pieter floriszoon heeft heldenroem gekregen in 1653 toen hij twee vijandelijke schepen buitmaakte.
Voor zijn betoonde moed — op de eerste dag van de slag schoof hij zijn schip bij de aanval aan het begin van de slag tussen die van de admiras William Penn en Robert Blake in om ze te kunnen te enteren — werd hij door de Staten-Generaal beloond met een gouden ereketen. Ook tijdens de Zeeslag bij Nieuwpoort en de Slag bij Ter Heijde bleef hij eskadercommandant op de Monnickendam. In die slag vocht hij een duel uit met de Andrew van Rear-Admiral Thomas Graves, die bij dit gevecht gedood werd.

Hij versloeg dus de admiraals William Penn en Robert Blake,en Thomas Graves.

Pieter floriszoon.

hij heeft de schepen van de eerste twee veroverd en Thomas Graves kwam om.
Hollandse glorie.


9. Jacob van Heemskerck – 10 prenten

Wat heeft de heer Jacob van Heemskerck bereikt?
Hij behaalde bij deze voorlaatste reis van een van de voorcompagnieën de meeste winst door op 25 februari 1603 met drie schepen een Portugees schip buit te maken in de Straat van Malakka, de met zijde en porselein beladen kraak Santa Catharina.
Hij heeft dus Santa Catharina buitgemaakt.bravo.

Op 25 april overviel hij op zijn vlaggenschip Aeolus samen met de Nederlandse vloot, de Spaanse vloot tijdens de Slag bij Gibraltar.

8. Johan Evertsen de Oude – 16 prenten

Op 12 en 13 september 1631 nam hij deel aan het verijdelen van de invasie van Overflakkee door een Spaanse vloot in de Slag op het Slaak.

Op 25 april 1628 werd hij benoemd tot commandeur. In 1628 doorsloeg hij met vier schepen een eskader van 27 Duinkerker Kapers dat een poging deed het buitgemaakte geld van de Zilvervloot weer te heroveren en wist Piet Hein voortijdig te waarschuwen.

Op 18 februari 1636 verraste hij met vier schepen bij Duinkerke drie schepen van Colaert, die net bezig was onder valse (Prinsen)vlag een vijfde Nederlands schip, van Pieter Ita, te naderen. Door zelf de Engelse vlag te hijsen (dergelijke krijgslisten werden overigens als volstrekt oorbaar beschouwd) lukte het Evertsen om twee schepen te kelderen, waaronder Colaerts vlaggenschip de Santa Maria en de kaper zelf gevangen te nemen, die zich aan Joost van Trappen Banckert overgaf; Jan en zijn vier medekapiteins (waaronder ook nog Jan Vlieger "Pottebreker" en Adriaen den Gloeyende Oven) werden daarvoor door de Admiraliteit van Zeeland beloond met een gouden medaille. Op 25 februari 1637 werd hij na de dood van Marinus Holare benoemd tot viceadmiraal bij de Admiraliteit van Zeeland.

7. Jan van Galen – 17 prenten

Slag bij Elba
Op 3 augustus 1652 begon hij aan een reis over de Alpen naar Livorno, waar hij op 1 september aankwam. Op 7 september veroverde hij in de Slag bij Elba de Phoenix en joeg de rest van de Engelse vloot de neutrale havens van Porto Longone en Livorno in.

Van Galen behaalde onder meer successen in de Zeeslag bij Duins tegen de Spaans-Portugese vloot (1639) onder commandeur Joris van Cats. Hij werd eerst door Maarten Tromp ingezet als bemiddelaar met de neutrale Engelsen; in de slag zelf deed hij mee aan de aanval op de Santa Tereza, bracht nog een ander galjoen tot zinken en nam er een prijs.

6. Jacob van Wassenaer Obdam – 18 prenten.

In 1631 trad Jacob van Wassenaer als ritmeester in dienst bij het Staatse leger. In 1632 onderscheidde hij zich bij het Beleg van Maastricht door met zijn eskadron drie compagnies Spaanse infanterie op de vlucht te jagen. In 1643 werd hij drost van Heusden en kort daarop kolonel der cavalerie en bevelhebber van het garnizoen van die stad. Hier werd ook zijn zoon Jacob II van Wassenaer Obdam (1645-1714) geboren.
In 1657 blokkeerde Van Wassenaer de Taag en maakte op 4 en 5 november 15 schepen van de Portugese suikervloot buit; hij kreeg als luitenant-admiraal 5% van het prijsgeld.

5. Witte Corneliszoon de With

Tussen november 1616 en oktober 1617 nam hij deel aan twee handelstochten naar India, aan de kust van Coromandel. Hierna werd hij hofmeester en lijfknecht van Jan Pieterszoon Coen, de gouverneur-generaal. In 1618 maakte hij als korporaal het beleg van het fort van Jakarta mee; nadat dit ontzet was, nam hij deel aan de verwoesting van de stad. Op 8 oktober 1618 voer hij op de Gouden Leeuw huiswaarts onder kapitein Gijsbrecht van Zuilen. Op 23 mei 1619 keerde hij terug in Brielle.

Bij callao,zuid Amerika.
Een dertigtal vaartuigen werd ingenomen of verbrand, maar het lukte niet om een belangrijk zilvertransport te veroveren, want dat was een paar dagen eerder vertrokken.

Hij leverde zesmaal gevechten tegen een inheemse strijdmacht en liet zestigduizend kruidnagelbomen kappen.

winter van 1640 voerde De With een "kruistocht" (patrouille) uit tegen de Duinkerkers, zonder veel resultaat. In de zomer weer uitgevaren, trof zijn eskader van elf begin juli de Duinkerker hoofdvloot. Op 9 juli nam zijn schip de beruchte kaper en viceadmiraal Mathijs Rombouts gevangen op diens schip de Thetis en keerde op 19 juli terug. Er was van 24 september tot 2 november een derde kruistocht. Dat jaar verhuisde De With van Brielle naar Rotterdam.

4. Pieter Pietersen Heijn – 21 prenten


Expeditie naar de Molukken (1607–1612)
Aan het einde van 1607 trad hij in dienst bij de Vereenigde Oostindische Compagnie en vertrok als stuurman op de Hollandia. Het schip maakte deel uit van de vloot onder Pieter Willemsz. Verhoeff naar de Banda-eilanden om greep te krijgen op de specerijenhandel. Aan boord van de schepen bevonden zich naast Jan Pieterszoon Coen als onderkoopman, ook Jacques Specx die op weg was naar Hirado en ongeveer 750 soldaten. Het doel was Portugese schepen te weren voor Mozambique, de haven van Goa te blokkeren en opnieuw een poging te doen Malakka te veroveren, hetgeen Cornelis Matelieff de Jonge eerder niet was gelukt.

Begin 1611 was Hein wel betrokken bij militaire acties; hij leidde toen twee strafexpedities tegen de eilanden Banda Besar (Lontar) en Run, waarna hij opdracht kreeg om op Banda Neira het Fort Belgica te bouwen; dat werd het derde VOC-fort op de Banda-eilanden.


Eerste tocht
Voor de eerste tocht (1624-1625) werd Hein op 2 november 1623 benoemd tot viceadmiraal, onder admiraal Jacob Willekens. Een vloot van 26 schepen bereikte op 8 mei 1624 de hoofdstad São Salvador da Bahia de Todos os Santos (tegenwoordig bekend als Bahia) van de jonge Portugese kolonie Brazilië. De volgende dag al leidde Hein persoonlijk de succesvolle bestorming door matrozen van het zeefort van de stad. De verdediging stortte ineen en de stad viel zonder slag of stoot in een dag in handen van een landingsmacht van soldaten.

Spaanse zilvervloot te onderscheppen.

Hij zou ook nog deelnemen aan een succesvolle aanval op Rio de Janeiro samen met Willekens in 1626, maar na een dispuut over wie de leiding zou hebben, gingen de twee uit elkaar en voer Willekens terug naar Amsterdam.

Met zijn negen schepen was hij te zwak om Salvador te heroveren maar hij viel een vloot van 26 Portugese schepen aan die op de rede lag en veroverde alles. Zijn eigen vlaggenschip, de Amsterdam, raakte echter vast op een zandbank en werd in de nacht door de forten wrak geschoten zodat de bemanning het zelf maar in brand stak om te voorkomen dat het in handen van de vijand zou vallen. Hein raakte in dit gevecht gewond door een musketschot in de linkerarm. Negen schepen werden prijsgenomen; de andere zeventien verbrand. Tot de buit behoorden 2564 kisten suiker en 1172 huiden.

De St-Jacobsvloot uit Mexico werd echter niet op tijd gewaarschuwd en voer uit naar Cuba, waar een storm een gedeelte naar de Nederlandse vloot dreef die in de buurt van Havana al een tijd te wachten lag en bijna op het punt stond terug te keren. Op 8 september (juliaanse kalender) vielen vijftien schepen vrijwel zonder gevecht in Heins handen; tijdens de hele expeditie verloor hij slechts 150 man door ziekte en desertie.

Op 17 juni onderschepte hij echter drie Oostender kaperschepen.

3. Cornelis Tromp – 31 prenten


In de Tweedaagse Zeeslag (4–5 augustus 1666), opnieuw onder bevel van Michiel de Ruyter, versloeg Tromp de Britse achterhoede, de eerste echte overwinning in zijn leven.

1. Michiel Adriaanszoon de Ruyter – 45 prenten

Eind 1664 heroverde hij, in de aanloop naar de Tweede Engelse Zeeoorlog, in West-Afrika Nederlandse forten op de Engelsen en voer daarna naar Amerika om daar hun koloniën schade toe te brengen.

Hij werd vice-commandeur (onderbevelhebber) onder vice-admiraal Witte de With; tijdens diens afwezigheid voerde hij, op zijn vlaggenschip de Kleine Neptunis, een eskader aan dat op 23 augustus 1652 in de Slag bij Plymouth "admiraal" (General-at-Sea) George Ayscue versloeg in Het Kanaal.

Ondertussen was Michiel de Ruyter op de Witte Lam erin geslaagd om de zware schepen van de Engelse achterhoede onder William Penn aan te vallen en ging hij de strijd aan met het grootste schip dat hij daar kon vinden, Prosperity of London of Prosperous. De eerste poging om te enteren mislukte, maar bij de tweede poging werd het Engelse schip tot overgave gedwongen.

2. Maarten Harpertszoon Tromp – 44 prenten

Op 18 februari 1639 poogden 23 Duinkerkers, overmoedig geworden door hun numerieke overwicht, met geweld uit te breken, maar Tromp versloeg ze met twaalf schepen in de Slag bij Duinkerke, zijn eerste zeeslag en overwinning als vlootcommandant.

Op 26 september ging hij bij het Nauw van Calais met slechts zeventien schepen het gevecht aan met een vijandelijke overmacht van 67. Door een slim gebruik van een defensieve linietactiek in de lij, lukte het hem deze Armada zo zwaar te beschadigen dat die haar toevlucht zocht op de rede van Duins (The Downs) in het neutrale Engeland. Om dit succes uit te buiten, zonden de vijf Nederlandse admiraliteiten ieder schip dat ze maar zeewaardig konden maken naar Tromp. Die lukte het een Engels ingrijpen te voorkomen door voor te wenden dat hij alleen een Spaans vertrek afwachtte. Toen zijn vloot groot genoeg geworden was, vernietigde hij op 21 oktober de Armada in de Slag bij Duins.

Show more
4 Comments sort Sort by

right-wing extremist1
right-wing extremist1 3 years ago

10. Pieter Florisse – 9 prenten

dadenroem.

Pieter floriszoon heeft heldenroem gekregen in 1653 toen hij twee vijandelijke schepen buitmaakte.
Voor zijn betoonde moed — op de eerste dag van de slag schoof hij zijn schip bij de aanval aan het begin van de slag tussen die van de admiras William Penn en Robert Blake in om ze te kunnen te enteren — werd hij door de Staten-Generaal beloond met een gouden ereketen. Ook tijdens de Zeeslag bij Nieuwpoort en de Slag bij Ter Heijde bleef hij eskadercommandant op de Monnickendam. In die slag vocht hij een duel uit met de Andrew van Rear-Admiral Thomas Graves, die bij dit gevecht gedood werd.

Hij versloeg dus de admiraals William Penn en Robert Blake,en Thomas Graves.

Pieter floriszoon.

hij heeft de schepen van de eerste twee veroverd en Thomas Graves kwam om.
Hollandse glorie.

Reply   thumb_up 0   thumb_down 0
right-wing extremist1
right-wing extremist1 3 years ago

10. Pieter Florisse – 9 prenten

Op 8 november 1658 sneuvelde hij tijdens het ontzet van Kopenhagen als commandant van de achterhoede op de Jozua in de Slag in de Sont tegen de Zweden. Zijn lijk werd gebalsemd en door de Denen met grote eer opgebaard. Op 8 november 1659 volgde een staatsbegrafenis in de Grote Kerk te Hoorn, waar later een marmeren praalgraf werd opgericht, een werk van Pieter van Campfort, dat bij een brand in 1838 grotendeels verloren zou gaan. De marmeren dekplaat en het houten deksel van zijn grafkist zijn wel bewaard gebleven. Een harnas dat bij het graf in de kerk heeft gehangen is, weliswaar beschadigd, ook gered. Dit harnas behoorde waarschijnlijk toe aan Florisse. Deze drie voorwerpen bevinden zich in de collectie van het Westfries Museum. Florisse werd opgevolgd door Jan Meppel; zijn weduwe kreeg een eenmalige uitkering van 3000 gulden.

9. Jacob van Heemskerck – 10 prenten

Na gedegen voorbereiding door Van Heemskerck verzamelden de eskaders zich bij Wight om op 29 maart met 24 oorlogsschepen te vertrekken. Op 25 april overviel hij op zijn vlaggenschip Aeolus samen met de Nederlandse vloot, de Spaanse vloot tijdens de Slag bij Gibraltar. De armada werd vernietigend verslagen. Van Heemskerck sneuvelde evenwel door het tweede schot van het Spaanse vlaggenschip de San Augustino. Een kogel van het boegkanon schoot het linkerbeen van de in volle wapenrusting op het dek staande admiraal eraf. Volgens de overlevering riep hij nog op de strijd voort te zetten en zijn vlag niet te strijken, zodat het moreel niet zou worden aangetast. Het Rijksmuseum is in het bezit van het harnas waarin Van Heemskerck viel.

Hij werd op 8 juni begraven in de Oude Kerk van Amsterdam. Het grafschrift op het graf van Jacob van Heemskerck bevat de woorden van Pieter Cornelisz. Hooft:

Heemskerck, die dwers door 'tys en tyser dorste streven, Liet d'eer aen 'tland, hier t'lyf, voor Gibraltar het leven

8. Johan Evertsen de Oude – 16 prenten

Evertsen stierf gedurende Tweede Engelse Zeeoorlog.
Jan hield zich nu een jaar lang bezig met het verbeteren van de uitrusting van de Zeeuwse vloot. Toen zijn broer, luitenant-admiraal Cornelis Evertsen, echter sneuvelde in de Vierdaagse Zeeslag, werd hij op 21 juni 1666 weer van stal gehaald, tegen het aanvankelijk verzet van Johan de Witt in. Pas toen Evertsen zich bereid verklaarde om, hoewel formeel Tweede Persoon direct onder De Ruyter, in feite allereerst Aert Jansse van Nes en dan Cornelis Tromp het bevel te laten overnemen, beval De Witt de Staten-Generaal aan de benoeming van de Staten van Zeeland te bekrachtigen, iets wat nodig was omdat de admiraliteiten ook generaliteitsinstellingen waren. Evertsen verklaarde bij zijn aanstelling net als zijn vader en broers het leven voor het vaderland te willen geven. Zeven weken later op 4 augustus 1666, de eerste dag van de Tweedaagse Zeeslag, werd Jan Evertsen als commandant van de voorhoede op de Walcheren te drie uur 's middags een been afgeschoten door een boutkogel. Hij overleed de volgende dag om vijf uur in de nacht.

7. Jan van Galen – 17 prenten

Slag bij Livorno
De Engelsen zonden een grote hulpvloot, maar die keerde om toen hij de Britse Middellandse Zee-vloot uiteindelijk vernietigend versloeg in de Slag bij Livorno op 14 maart 1653 (gregoriaanse kalender). Cornelis Tromp stond toen als kapitein onder zijn commando. Van Galen overleed negen dagen later, op 23 maart , aan de daarbij opgelopen verwondingen. De tweede kanonskogel die zijn schip raakte, verbrijzelde zijn rechteronderbeen. Hij hield dit een poosje verborgen, totdat de opperstuurman het opmerkte en hem dwong zich benedendeks te laten verzorgen. Ter plaatse werd zijn been tot de knie geamputeerd. Van Galen dronk nog een glas wijn en liet zich toen weer naar de commandopositie brengen om de slag verder te leiden. Ondanks verzorging in het huis van de Nederlandse gezant te Livorno, Peter van der Straaten, ging zijn toestand door bloedvergiftiging hard achteruit. Hij liet zijn kapiteins naar zijn sterfbed roepen en verzocht dat alle wilden voor het lieve Vaderlant cloeckelijcken strijden, doordien een gerechtige saeck voorhadden en niet te twijfelen of Godt de Heere soude onse waepenen zeegenen.

6. Jacob van Wassenaer Obdam – 18 prenten

In de Slag bij Lowestoft op 13 juni 1665, de eerste van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog, raakte Van Wassenaers vlaggenschip de Eendragt in direct duel met de HMS Royal Charles en vloog het na een strijd van twee uur, waarin ook de Royal Charles zware klappen kreeg, door een voltreffer in de kruitkamer of wellicht onvoorzichtigheid bij het kruittransport, de lucht in. Van Wassenaer behoorde niet tot de vijf overlevenden.

5. Witte Corneliszoon de With – 21 prenten

In 1656 ging De With weer naar zee voor een kruistocht over de Noordzee. Die zomer deed De With mee aan het ontzet van Danzig, zij het op het nippertje want wegens zijn slechte reputatie lukte het hem niet om een bemanning bij elkaar te krijgen: er was geen dienstplicht en iedere kapitein moest zelf manschappen werven voor zijn schip. De With vertrok toen maar onderbezet op de Brederode en bereikte op 27 juli tien dagen te laat het rendez-vous bij Kopenhagen, wat niet veel uitmaakte omdat het beleg door de Zweden zonder strijd werd opgeheven. Op de terugweg kreeg De With van Frederik III van Denemarken vijftig Deense rijksdaalders. In 1657 en de zomer van 1658 had De With bewakingsdienst op de Noordzee, waarbij in het laatste jaar de Brederode op 1 september zwaar beschadigd raakte.

Laat in 1658 werd er een expeditievloot tegen Zweden uitgerust om Kopenhagen te ontzetten. Opnieuw had De With de grootste moeite met rekrutering. Hij eiste op hoge toon van de Admiraliteit van de Maze dat zij matrozen zouden leveren. Dat schoot de admiraliteitsraad in het verkeerde keelgat; men antwoordde hem dat het hún schuld niet was dat niemand onder hem wilde dienen en weigerde matrozen gedwongen naar zijn schip over te plaatsen, uit vrees dat geen man meer in Rotterdam zou aanmonsteren. Diep gekrenkt voer de 17e oktober De With op zijn Brederode, het beroemde oude vlaggenschip van Maarten Tromp, als laatste schip onderbemand uit om bij de Vlie te ontdekken dat de rest van de vloot al vertrokken was. Op 29 oktober voegde hij zich bij Van Wassenaer; na veertig man mariniers ter versterking gekregen te hebben, werd hem het bevel over de voorhoede van twaalf schepen opgedragen. In de hierop volgende Slag in de Sont vocht De With met zijn kenmerkende felheid. Hij viel eerst het vlaggenschip van de Zweedse admiraal, de Victoria, aan en toen dat aan de grond was gelopen, stortte hij zich op dat van de viceadmiraal. Hij blies diens seconde, de Wismar, de lucht in, maar liep toen zelf op de kust van Seeland bij Snekkersten.

Na urenlange strijd, terwijl het andere Nederlandse schepen niet lukte de Brederode te hulp te schieten, werd het door drie schepen omsingelde vaartuig door de vijand genomen; De With was toen dodelijk gewond door twee musketkogels: de eerste had hem in de linkerdij getroffen, de tweede van achter in de rug. Toen Zweedse musketiers hem mee wilden nemen, weigerde hij zijn degen over te geven. Op zijn knieën bleef hij het wapen vasthouden terwijl twee man het uit zijn handen probeerden te rukken, waarbij hij uitriep: Dewijle ick sovele jaeren mijn deeghen getrouwelijck voor Holland hebbe gevoert, soo en wille ick die aen geene geringe soldaten overgheven! Hij stortte ineen, werd naar zijn kajuit gebracht om bij te komen, liep op eigen kracht over de plank naar de Draak, het vlaggenschip van viceadmiraal Bjelkensterna, sijn hoofd nog geschut, sijn hand om niet te vallen aen een touwe geslagen, noyt overwonnen, en stortte opnieuw in en stierf.

4. Pieter Pietersen Heijn – 21 prenten

Op 17 juni onderschepte hij echter drie Oostender kaperschepen. Zoals zijn gewoonte was schoof hij zijn schip tussen twee kaperschepen in, toevallig die van de admiraal (Jacob Besage) en viceadmiraal van de Oostendse vloot, om ze beiden tegelijkertijd de volle laag te geven. In dit geval liep het slecht af. Een achtpondskogel raakte hem na een half uur in de linkerschouder en hij was op slag dood. Dat het gevecht niet verloren ging, maar de Nederlandse vloot toch succes opleverde was te danken aan de vlaggenkapitein van het admiraalsschip, Maarten Harpertszoon Tromp. Deze zou later uitgroeien tot een belangrijk admiraal. Twee kaperschepen werden genomen en de bemanningen ervan werden op last van Tromp ter plekke opgehangen. Het derde kaperschip met aan boord het lijk van Jacob Besage, de Oostendse kaperskapitein die in dezelfde strijd sneuvelde, kwam zwaar gehavend terug naar Oostende.

3. Cornelis Tromp – 31 prenten

Eind 1690 kreeg Evertsen een walfunctie en viel het bevelhebberschap formeel weer aan Tromp toe. Deze was echter niet meer in staat als zodanig te functioneren, alcohol had zijn gestel te ver aangetast. Cornelis Tromp overleed op 26 mei 1691. Hij werd bijgezet in de grafkelder van de familie Tromp in Delft.

1. Michiel Adriaanszoon de Ruyter – 45 prenten

Op 22 april 1676 kwam het tot een tweede confrontatie met Duquesne, in de Slag bij Agosta. Ook dit was een tactisch onbesliste slag, waarbij aan beide zijden enkele honderden doden vielen, maar met een strategisch voordeel voor de Fransen. Bovendien werd De Ruyter door een kanonskogel geraakt aan zijn rechterbeen dat verbrijzeld werd, en aan zijn linkervoet, waarvan het voorste deel werd afgeschoten. Zijn been werd geamputeerd en in eerste instantie leek hij te herstellen. Na enige dagen trad er wondkoorts op omdat de wond geïnfecteerd was geraakt. Michiel de Ruyter overleed een week later in de baai van Syracuse aan de gevolgen daarvan, aan boord van 's lands schip van oorlog d'Eendraght. De Spaanse koning had De Ruyter nog voor de slag de hertogstitel toegezegd maar deze kon de eer niet aanvaarden daar het bericht daarover pas drie dagen na zijn overlijden op de vloot aankwam. Het lichaam werd gebalsemd en opgebaard in de kajuit van de admiraal naar Nederland teruggebracht. Als teken van respect liet de Franse koning Lodewijk XIV bij het langsvaren van de Eendraght saluutschoten afvuren.

2. Maarten Harpertszoon Tromp – 44 prenten

Tijdens de Driedaagse Zeeslag werd Tromp echter weer verslagen en opnieuw in de Zeeslag bij Nieuwpoort. De Britten begonnen een blokkade van de Nederlandse kust. Bij een geslaagde poging die te breken, de Slag bij Ter Heijde, werd Tromp op de Brederode door een Engelse scherpschutter vanaf het schip van admiraal William Penn (de vader van William Penn), dodelijk in de linkerborst getroffen. Zijn laatste woorden zouden zijn geweest: "Ik heb gedaan, houdt goeden moed"; maar volgens ooggetuigen was hij op slag dood. Zijn vlaggenkapitein Egbert Bartolomeusz Kortenaer deed net of Tromp nog leefde en nam het feitelijk bevel over zijn eskader over, zodat wel gezegd wordt dat Tromp in leven en dood nooit zijn vlag voor de Britten heeft moeten strijken, hoewel dit feitelijk onjuist is. Midden in de slag zagen de andere admiraals tot hun verbazing dat het sein tot beraad werd gehesen; de enige die de Brederode wist te bereiken was Michiel de Ruyter. Toen die Tromp dood in zijn kajuit zag zitten, barstte hij in huilen uit en riep: "Mocht het God behaagd hebben mijn leven te nemen in plaats van het zijne!"

Reply   thumb_up 0   thumb_down 0
right-wing extremist1
right-wing extremist1 3 years ago

1. Michiel Adriaanszoon de Ruyter – 45 prenten
Stierf enkele dagen na verwondingen bij de Slag bij Agosta.

2. Maarten Harpertszoon Tromp – 44 prenten
Sneuvelde Tijdens de Driedaagse Zeeslag.

3. Cornelis Tromp – 31 prenten
Sneuvelde niet in een zeeslag maar,aan een uitgeput lichaam op 26 mei 1691.
hij rustte in vrede.

4. Pieter Pietersen Heijn – 21 prenten
Sneuvelde in vuurgevecht met Oostender kapers.

5. Witte Corneliszoon de With – 21 prenten
Sneuvelde bij den slag
,Den slag,Slag in de Sont.

6. Jacob van Wassenaer Obdam – 18 prenten
Sneuvelde bij de Slag bij Lowestoft.

7. Jan van Galen – 17 prenten
Sneuvelde bij den Slag bij Livorno.

8. Johan Evertsen de Oude – 16 prenten
Sneuvelde gedurende de tweedaagse zeeslag in de buurt van Walcheren.


9. Jacob van Heemskerck – 10 prenten
Sneuvelde gedurende de slag bij Gibraltar.

10. Pieter Florisse – 9 prenten
Sneuvelde tijdens het ontzet van Kopenhagen.

Reply   thumb_up 0   thumb_down 0
right-wing extremist1
right-wing extremist1 3 years ago

1. Michiel Adriaanszoon de Ruyter – 45 prenten


2. Maarten Harpertszoon Tromp – 44 prenten


3. Cornelis Tromp – 31 prenten


4. Pieter Pietersen Heijn – 21 prenten


5. Witte Corneliszoon de With – 21 prenten.


6. Jacob van Wassenaer Obdam – 18 prenten


7. Jan van Galen – 17 prenten


8. Johan Evertsen de Oude – 16 prenten


9. Jacob van Heemskerck – 10 prenten


10. Pieter Florisse – 9 prenten

Reply   thumb_up 0   thumb_down 0
Show more